Vertaling van chuva

Inhoud:

Portugees
Nederlands
chuva {zn.}
regen  [m]
Vá embora, chuva!
Regen, regen, ga weg!
A chuva durou cinco dias.
De regen duurde vijf dagen.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Vá embora, chuva!

Regen, regen, ga weg!

A chuva se tornou neve.

De regen ging over in sneeuw.

A chuva durou cinco dias.

De regen duurde vijf dagen.

Vou pegar esse guarda-chuva.

Ik zal deze paraplu nemen.

Eu comprei um guarda-chuva.

Ik heb een paraplu gekocht.

Ele perdeu seu guarda-chuva de novo.

Hij is alweer zijn paraplu kwijt.

Você gosta de chuva, não gosta?

Je houdt van regen, nietwaar?

Ele sempre perde seu guarda-chuva.

Hij verliest steeds zijn paraplu.

Li um artigo sobre chuva ácida ontem.

Ik las gisteren een artikel over zure regen.

Esqueci de trazer meu guarda-chuva comigo.

Ik ben vergeten m'n paraplu mee te nemen.

Mamãe comprou um guarda-chuva amarelo para meu irmão.

Mijn moeder kocht een gele paraplu voor mijn broer.

Eu quase deixei meu guarda-chuva no trem.

Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.

Jim está zangado porque a garota com quem ele tinha combinado de ir ao cinema não apareceu e ele perdeu uma hora esperando por ela na chuva.

Jim is boos omdat zijn vriendin hem liet zitten bij hun filmafspraakje. Hij stond wel een uur in de regen op haar te wachten.