Vertaling van claro
Inhoud:
Portugees
Nederlands
claro, explícito, preciso {bn.}
expliciet
uitdrukkelijk
uitdrukkelijk
evidente, claro, axiomático, obvio, lógico {bn.}
vanzelfsprekend
logisch
logisch
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
É claro que eu irei.
Natuurlijk ga ik.
"Posso usar o seu lápis?" "Claro, vá em frente."
"Mag ik je potlood gebruiken?" "Natuurlijk, ga je gang."
Em caso de algo não estar claro, por favor contacte-nos.
In het geval dat iets niet duidelijk is, neemt u alstublieft contact met ons op.
Claro que me lembro de você, éramos melhores amigos quando estávamos no ensino básico.
Natuurlijk ken ik je nog, we waren beste vrienden op de basisschool!