Vertaling van coelho

Inhoud:

Portugees
Nederlands
coelho {zn.}
konijn  [o]
Era um coelho mau.
Dat was een slecht konijn.
O coelho está a comer a cenoura.
Het konijn eet de wortel.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Era um coelho mau.

Dat was een slecht konijn.

O coelho está a comer a cenoura.

Het konijn eet de wortel.

''Qual é teu desejo?'', perguntou o pequeno coelho branco.

"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.

"Qual é o problema?", perguntou o pequeno coelho branco.

"Wat is er?" vroeg het kleine witte konijn.