Vertaling van coisa doce

Inhoud:

Portugees
Nederlands
doce, coisa doce {zn.}
zoet
snoep
snoepgoed
zoetigheid [v]
Minha irmã gosta de doce.
Mijn zus houdt van snoep.
O açúcar é doce.
Suiker is zoet.


Gerelateerd aan coisa doce

doce