Vertaling van colega
Inhoud:
Portugees
Nederlands
colega {zn.}
collega
ambtgenoot
vakgenoot
ambtgenoot
vakgenoot
Ele é meu colega.
Hij is mijn collega.
Temos um colega na Espanha.
Wij hebben een collega in Spanje.
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Ele é meu colega.
Hij is mijn collega.
Temos um colega na Espanha.
Wij hebben een collega in Spanje.
Ela é minha colega de classe.
Zij is mijn klasgenoot.
A colega cujo marido é francês foi a Paris.
De collega die getrouwd is met een Fransman, is naar Parijs.