Vertaling van curto

Inhoud:

Portugees
Nederlands
breve, curto, fugaz, passageiro {bn.}
tijdelijk
breve, curto {bn.}
kort 
kortstondig


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Ela tem cabelo curto.

Ze heeft kort haar.

Eu gosto de cabelo curto.

Kort haar vind ik leuk.

Ela tem cabelo muito curto.

Haar haar is heel kort.

Os coelhos têm orelhas compridas e rabo curto.

Konijnen hebben lange oren en korte staarten.


Gerelateerd aan curto

breve - fugaz - passageiro