Vertaling van delícia

Inhoud:

Portugees
Nederlands
delícia {zn.}
genot 
deleite, delícia, prazer {zn.}
genoegen 
vermaak
pret
plezier
O prazer é nosso.
Het is ons een genoegen.
É sempre um prazer te ver.
Het is altijd een genoegen om je te zien.
atrativo, delícia, encanto, fascinação, graça {zn.}
bekoring  [v]
charme  [m]
bekoorlijkheid [v]


Gerelateerd aan delícia

deleite - prazer - atrativo - encanto - fascinação - graça