Vertaling van duas
Voorbeelden in zinsverband
Temos duas crianças.
We hebben twee kinderen.
Ele tem duas filhas.
Hij heeft twee dochters.
Nós temos duas orelhas.
We hebben twee oren.
Tenho duas sobrinhas.
Ik heb twee nichtjes.
Gostaria de fazer duas perguntas.
Ik zou twee vragen willen stellen.
O gato tem duas orelhas.
De kat heeft twee oren.
Uma, duas, meia e já!
Op je plaats, klaar, af!
Um gato tem duas orelhas.
Een kat heeft twee oren.
Eu já vi "Star Wars" duas vezes.
Ik heb "Star Wars" twee keer gezien.
Ele tem um filho e duas filhas.
Hij heeft een zoon en twee dochters.
Duas passagens para San Diego, por favor.
Twee kaartjes naar San Diego, alsjeblieft.
Eu tenho duas irmãs mais velhas.
Ik heb twee oudere zussen.
Duas crianças estão sentadas na cerca.
Twee kinderen zitten op een hek.
Tenho um irmão e duas irmãs.
Ik heb één broer en twee zussen.
Eles beberam duas garrafas de vinho.
Ze hebben twee flessen wijn gedronken.