Vertaling van embora
Voorbeelden in zinsverband
Quero ir embora.
Ik wil weggaan.
É melhor irmos embora.
We moeten vertrekken.
Vá embora, chuva!
Regen, regen, ga weg!
É melhor irmos embora.
We moeten hier weg.
Você tem que ir embora.
Je moet gaan.
Por que você quer ir embora hoje?
Waarom wil je vandaag weggaan?
Todos que estavam aqui foram embora.
Alle mensen die hier waren, zijn weggegaan.
Embora ele tenha pedido desculpa, ainda estou furioso.
Hoewel hij zich verontschuldigd heeft, ben ik nog steeds razend.
Seus amigos sentirão saudades de você quando você for embora.
Uw vrienden zullen u missen wanneer u weg bent.
Embora provavelmente você possa adivinhar o que está acontecendo.
Ook al kan je waarschijnlijk raden wat er gaande is.
Não consigo achar Tom. Ele já foi embora?
Ik kan Tom niet vinden. Is hij al weg?