Vertaling van entregar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
transferir, transmitir, fazer chegar, entregar {ww.}
overbrengen
overzetten
overboeken
dar, entregar, ministrar {ww.}
geven 
verlenen
toekennen
toebrengen
opbrengen
aangeven 
Pode me dar dinheiro?
Kan jij mij wat geld geven?
dar, entregar, fornecer, ministrar {ww.}
toevoeren
leveren 
afleveren 
bestellen 
cometer, confiar, entregar {ww.}
als taak opgeven


Gerelateerd aan entregar

transferir - transmitir - fazer chegar - dar - ministrar - fornecer - cometer - confiar