Vertaling van escapar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
escapar, escapar de {ww.}
ontkomen
ontsnappen
ontgaan
ontsnappen
ontgaan
deixar passar, escapar, omitir, preterir {ww.}
weglaten
verzuimen
uitlaten
verzaken
nalaten
verzuimen
uitlaten
verzaken
nalaten