Vertaling van espalhar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
espalhar, alastrar {ww.}
uitstrooien
verstrooien
rondstrooien
verstrooien
rondstrooien
Um pequeno fogo na floresta pode se espalhar facilmente se tornar um grande incêncio rapidamente.
Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.
disseminar, espalhar {ww.}
uitzaaien
uitstrooien
uitstrooien