Vertaling van exceder
Inhoud:
Portugees
Nederlands
exceder, passar, transpor {ww.}
oversteken
te boven gaan
overgaan
te boven gaan
overgaan
exceder, ser superior, superar, suplantar {ww.}
voorbijstreven
uitmunten
te boven gaan
uitblinken
overtreffen
uitmunten
te boven gaan
uitblinken
overtreffen