Vertaling van familiar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
familiar {bn.}
familie-
gezins-
huiselijk
familiar {zn.}
verwant 
familielid [o]
familiar, íntimo {bn.}
familiaar
gemeenzaam
vertrouwd
vertrouwelijk
familiar, íntimo, particular, privado {bn.}
gezellig
innig
intiem
knus
vertrouwelijk


Gerelateerd aan familiar

íntimo - particular - privado