Vertaling van frio
Inhoud:
Portugees
Nederlands
frio, indiferente {bn.}
liefdeloos
geada, frio {zn.}
vorst
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Está frio.
Het is koud.
Você não sente frio?
Hebt ge het niet koud?
Quase morremos de frio.
We zijn bijna doodgevroren.
Pela manhã fazia muito frio.
's Ochtends was het erg koud.
Poxa, está muito frio hoje.
Tjonge, het is vandaag erg koud.
O Canadá tem clima frio.
Canada heeft een koud klimaat.
Eu não ligo para o frio.
ik vind de koude niet erg.
Eu tô acostumado com clima frio.
Ik ben gewend aan een koud klimaat.
É frio do lado de fora.
Het is koud buiten.
Estava fazendo bastante frio ontem de manhã.
Het was heel koud gisterochtend.