Vertaling van gastar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
gastar {ww.}
opmaken
verbruiken
opgebruiken
verbruiken
opgebruiken
consumir, esgotar, gastar {ww.}
verteren
verorberen
slopen
verbruiken
consumeren
verorberen
slopen
verbruiken
consumeren
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Eu não posso gastar nem um iene.
Ik kan het me niet veroorloven om ook maar één yen te verspillen.
Ele ganha mais dinheiro do que o que pode gastar.
Hij verdient meer geld dan hij kan opdoen.