Vertaling van inútil

Inhoud:

Portugees
Nederlands
inútil, inapto, impróprio, inconveniente {bn.}
onberekend
ongeschikt
inútil, inócuo, baldio {bn.}
nutteloos 
onnuttig
inútil, vão {bn.}
doelloos
inútil, inócuo, baldio {bn.}
nutteloos 
ondienstig
onnuttig
vergeefs
vruchteloos
inútil, impraticável {bn.}
onbruikbaar
estéril, inútil, vão, fútil, improfícuo {bn.}
ijdel
nutteloos 
vergeefs
vruchteloos
desnecessariamente, inútil, vão {bn.}
onnodig
imprestável, inútil, mandrião, traste {zn.}
rekel
nietsnut
rabauw
deugniet [m]