Vertaling van jovem

Inhoud:

Portugees
Nederlands
jovem {bn.}
jeugdig 
jong 
pril
jovem, moço {zn.}
jongeling [m]
jongeheer
borst  [m]
jovem, noviço inábil {zn.}
sul
melkmuil


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

A noite ainda é jovem.

De nacht is nog jong.

Esse jovem tem cabelo azul.

Deze jongeman heeft blauw haar.

A irmã dele parece jovem.

Zijn zus ziet er jong uit.

Ela é tão jovem como eu.

Ze is even jong als ik.

Eu jogava muito basebol quando era jovem.

Ik speelde vaak honkbal toen ik jong was.

O homem é idoso ou jovem?

Is de man oud of jong?

É verdade que ela é jovem, mas ela é sábia.

Het is waar dat ze jong is, maar ze is wijs.

Eu conseguia correr mais rápido quando era mais jovem.

Ik kon harder zwemmen toen ik jonger was.

Tom é muito jovem para dirigir um carro.

Tom is te jong om auto te rijden.

Esta é a casa em que morei quando era jovem.

Dit is het huis waarin ik leefde toen ik klein was.

Ela parece jovem, mas na verdade é mais velha que você.

Ze ziet er jong uit, maar eigenlijk is ze ouder dan jou.


Gerelateerd aan jovem

moço - noviço inábil