Vertaling van ministrar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
dar, entregar, ministrar {ww.}
geven 
verlenen
toekennen
toebrengen
opbrengen
aangeven 
Pode me dar dinheiro?
Kan jij mij wat geld geven?
dar, entregar, fornecer, ministrar {ww.}
toevoeren
leveren 
afleveren 
bestellen 


Gerelateerd aan ministrar

dar - entregar - fornecer