Vertaling van mirar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
mirar, presenciar, pôr em vista, ver, enxergar {ww.}
zien 
Vocês conseguem ver?
Kan je het zien?
Quero ver o filme.
Ik wil de film zien.
observar, mirar, olhar {ww.}
kijken 
kijken naar
toezien
toekijken
schouwen
bekijken 
blikken
Oh? Você consegue digitar sem olhar para o teclado. Que legal!
Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg!
Só de olhar para ela, pode-se dizer que ela te ama.
Alleen door haar aan te kijken, kan je zien dat ze van je houdt.
apontar, mirar, tender, ter em vista, ter por fim, visar a {ww.}
bedoelen 


Gerelateerd aan mirar

presenciar - pôr em vista - ver - enxergar - observar - olhar - apontar - tender - ter em vista - ter por fim - visar a