Vertaling van nadar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Vamos nadar.
Laat ons een duikje nemen.
Ele sabe nadar rápido.
Hij kan snel zwemmen.
Eu não sei nadar.
Ik kan niet zwemmen.
Mary sabe nadar.
Mary kan zwemmen.
Queria saber nadar.
Ik wou dat ik kon zwemmen.
Ele gosta de nadar.
Hij houdt van zwemmen.
Ele sabe nadar.
Hij kan zwemmen.
Gosto de nadar.
Ik hou van zwemmen.
Eu sei nadar.
Ik kan zwemmen.
Quando posso nadar aqui?
Wanneer kan ik hier zwemmen?
Gosto de nadar.
Ik hou van zwemmen.
Gostaria de nadar neste rio.
Ik zou graag in deze rivier zwemmen.
Você não pode nadar aqui.
Je kan hier niet zwemmen.
Nós gostamos de nadar no mar.
We zwemmen graag in de oceaan.
O velho tentou nadar 5 quilômetros.
De oude man probeerde vijf kilometer te zwemmen.