Vertaling van papai

Inhoud:

Portugees
Nederlands
papai, pai {zn.}
papa 
vaartje
pappa
pa [m]
pappie [m]
Aonde você está indo, papai?
Papa, waar ga je heen?
Meu pai comprou uma câmera para mim.
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Aonde você está indo, papai?

Papa, waar ga je heen?

Quando eu era uma criança, acreditava em Papai Noel.

Toen ik nog klein was, geloofde ik in de kerstman.

Papai veio para casa mais ou menos há dez minutos atrás.

Vader is ongeveer tien minuten geleden thuisgekomen.


Gerelateerd aan papai

pai