Vertaling van para
Inhoud:
Portugees
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
É para comer aqui ou para levar?
Is het om hier te eten, of om mee te nemen?
Quero ir para Londres.
Ik wil naar Londen gaan.
Trabalhamos para ganhar dinheiro.
We werken om geld te verdienen.
Olhe para mim.
Kijk me aan.
Quero ir para Tóquio.
Ik wil naar Tokyo gaan.
Traga-o para dentro.
Breng hem naar binnen.
Envie para mim.
Stuur het naar me op.
Tom piscou para Mary.
Tom knipoogde naar Mary.
Vá para a escola.
Ga naar school.
Quero ir para casa.
Ik wil naar huis.
Voltei para o Japão.
Ik keerde naar Japan terug.
Ela apontou para ele.
Ze wees naar hem.
Não olhe para trás.
Kijk niet terug.
Estou para partir.
Ik sta op het punt uit te gaan.
Eu trabalho para você.
Ik werk voor jullie.