Vertaling van pequeno

Inhoud:

Portugees
Nederlands
pequeno {bn.}
klein 
luttel
min 


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Meu jardim é pequeno.

Mijn tuin is klein.

Aquele livro é pequeno.

Dat boek is klein.

É pequeno demais.

Het is te klein.

A Holanda é um país pequeno.

Nederland is een klein land.

Ele tem dois lápis; um grande e um pequeno.

Hij heeft twee potloden; het ene is lang en het andere kort.

Ele é muito pequeno para pegar o livro da prateleira.

Hij is te klein om het boek van de schap te nemen.

"Qual é o problema?", perguntou o pequeno coelho branco.

"Wat is er?" vroeg het kleine witte konijn.

''Qual é teu desejo?'', perguntou o pequeno coelho branco.

"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.

Um pequeno fogo na floresta pode se espalhar facilmente se tornar um grande incêncio rapidamente.

Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.