Vertaling van poder

Inhoud:

Portugees
Nederlands
poder, ter a faculdade de {ww.}
kunnen
Eu queria poder ir ao Japão.
Ik zou graag naar Japan kunnen gaan.
faculdade, habilidade, poder {zn.}
macht
vermogen
Conhecimento é poder.
Kennis is macht.
O rei abusava de seu poder.
De koning maakte misbruik van zijn macht.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Não subestime meu poder.

Onderschat mijn kracht niet.

Conhecimento é poder.

Kennis is macht.

Querer é poder.

Waar een wil is, is een weg.

Queria poder voltar no tempo.

Ik wou dat ik terug in de tijd kon gaan.

Mary acredita no poder do amor.

Mary gelooft in de kracht van de liefde.

Eu queria poder ir ao Japão.

Ik zou graag naar Japan kunnen gaan.

O rei abusava de seu poder.

De koning maakte misbruik van zijn macht.

Eu queria poder me importar mais com minhas notas, mas parece que, em um certo ponto da minha vida, eu decidi que isso não seria mais tão importante.

Ik zou willen dat mijn cijfers me meer konden schelen, maar het lijkt erop dat ik op een gegeven moment in mijn leven besloten heb dat die niet zo belangrijk meer zouden zijn.


Gerelateerd aan poder

ter a faculdade de - faculdade - habilidade