Vertaling van praia

Inhoud:

Portugees
Nederlands
praia {zn.}
strand  [o]
Para que lado fica a praia?
Welke kant is het strand op?
Passo o dia inteiro na praia.
Ik bracht de hele dag door aan het strand.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Para que lado fica a praia?

Welke kant is het strand op?

Passo o dia inteiro na praia.

Ik bracht de hele dag door aan het strand.