Vertaling van pronunciar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
articular, pronunciar {ww.}
uitspreken
expressar, exprimir, formular, pronunciar {ww.}
uitdrukken
verwoorden
vellen
uitspreken
verwoorden
vellen
uitspreken
Eu não gosto quando matemáticos que sabem muito mais do que eu não conseguem se expressar explicitamente.
Ik hou er niet van als wiskundigen die veel meer weten dan ik hun gedachten niet duidelijk kunnen uitdrukken.