Vertaling van provar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
provar, saborear {ww.}
smaken
proeven
proeven
atestar, certificar, provar, testemunhar {ww.}
getuigen
certificeren
certificeren
Você tem como provar isso?
Kunt u dat bewijzen?
Ela está tentando provar a existência de fantasmas.
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Você tem como provar isso?
Kunt u dat bewijzen?
Ela está tentando provar a existência de fantasmas.
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
Os matemáticos são poetas, só que têm de provar o que sua fantasia cria.
Wiskundigen zijn dichters, alleen moeten ze de vruchten van hun fantasie ook nog bewijzen.