Vertaling van próximo

Inhoud:

Portugees
Nederlands
próximo {bn.}
komend
aankomend 
aanstaand 
próximo {bn.}
aangrenzend 
aanliggend
naburig
próximo, seguinte
volgende
breve, iminente, próximo {bn.}
spoedig 
adjacente, apenso, contíguo, junto, próximo, vizinho {bn.}
aangrenzend 
aanliggend
dichtbijgelegen
dichtbijzijnd
junto, próximo {bn.}
aanstaand 
eerstvolgend
komend


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

O Natal está bem próximo.

Het is bijna kerst.

Quem é o próximo candidato?

Wie is de volgende kandidaat?

Terminei. Qual é o próximo passo?

Ik ben klaar. Wat is de volgende stap?

Ele vai para Nova York próximo mês.

Hij zal volgende maand naar New York gaan.

Pergunte-lhe quando sai o próximo avião.

Vraag hem wanneer het volgende vliegtuig gaat.

Príncipe Charles será o próximo rei da Inglaterra.

Prins Charles zal de volgende koning van Engeland zijn.

Vão construir um novo hotel aqui no próximo ano.

Hier wordt volgend jaar een nieuw hotel gebouwd.

Vamos nos mudar de casa no próximo mês.

We verhuizen volgende maand.

"Ame o próximo como a si próprio" é uma citação da bíblia.

"Heb uw naaste lief als uzelf" is een citaat uit de Bijbel.

Escreva seu nome na lista e passe-a para o próximo.

Zet je naam op de lijst en geef hem door aan de volgende persoon.


Gerelateerd aan próximo

seguinte - breve - iminente - adjacente - apenso - contíguo - junto - vizinho