Vertaling van quase
Voorbeelden in zinsverband
Quase morremos de frio.
We zijn bijna doodgevroren.
Estou quase pronto.
Ik ben bijna klaar.
Eu entendi quase tudo.
Ik begreep het bijna helemaal!
Eu nado quase todo dia.
Ik zwem bijna elke dag.
O jantar está quase pronto.
Het avondeten is bijna klaar.
Quase não tem café na garrafa.
Er is bijna geen koffie over in de pot.
Terminar o relatório amanhã é quase impossível.
Het is vrijwel onmogelijk om het verslag morgen af te hebben.
Este pobre gatinho quase morreu de fome.
Deze arme kat is bijna gestorven van de honger.
O céu está limpo quase todo dia.
Bijna elke dag is de hemel helderblauw.
Ele tem quase a mesma idade que você.
Hij is ongeveer even oud als jij.
Sua letra era tão pequenina que era quase ilegível.
Haar handschrift was zo klein, dat het haast niet te lezen was.
Ele e eu somos quase da mesma altura.
Hij en ik zijn bijna even groot.
Eu quase deixei meu guarda-chuva no trem.
Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.
Ele não sabe quase nada sobre aquele animal.
Hij weet bijna niets over dat dier.
Quase me assustou não te ver online por um dia inteiro.
Ik vond het haast eng om je een hele dag niet online te zien.