Vertaling van raiva

Inhoud:

Portugees
Nederlands
raiva {zn.}
hondsdolheid [v]
razernij [v]
dolheid [v]


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Vou ficar com raiva

Ik zal boos worden.

Você está com raiva?

Ben je kwaad?

Acho que ele ficou com raiva.

Ik denk dat hij kwaad is.

O que a fez ficar com tanta raiva?

Wat maakte haar zo kwaad?

Eu estava com raiva do garoto por ele estar sendo preguiçoso.

Ik ergerde mij aan de jongen, omdat hij lui was.