Vertaling van resolver
Inhoud:
Portugees
Nederlands
decidir, deliberar, dirimir, haver por bem, julgar, resolver {ww.}
Mas como você vai decidir o que é importante e o que não é?
Maar hoe ga je beslissen wat belangrijk is en wat niet?
É você que deve decidir o que fazer.
Het is aan jou om te besluiten wat te doen.
solver, dissolver, resolver {ww.}
oplossen
Você conseguiu resolver o problema?
Heb je het probleem kunnen oplossen?
Ele pôde resolver o problema com facilidade.
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Você conseguiu resolver o problema?
Heb je het probleem kunnen oplossen?
Ele pôde resolver o problema com facilidade.
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.