Vertaling van reunião

Inhoud:

Portugees
Nederlands
reunião, assembléia {zn.}
bijeenkomst  [v]
vergadering [v]
samenkomst
meeting [v]
Ele não estava na reunião.
Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.
Estabeleça uma data para a reunião.
Leg een datum vast voor de bijeenkomst.
colecção, grupo, reunião {zn.}
groep 
vlucht 
zwerm
troep
stel
set
school 
schare
kudde
hoop
drift [v]
Gostaria de me juntar ao seu grupo.
Ik zou me graag bij jullie groep aansluiten.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Ele não estava na reunião.

Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.

Nós adiantamos a data da reunião.

We hebben de datum van de vergadering uitgesteld.

Estabeleça uma data para a reunião.

Leg een datum vast voor de bijeenkomst.


Gerelateerd aan reunião

assembléia - colecção - grupo