Vertaling van sábado
Inhoud:
Portugees
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
É sábado.
Het is zaterdag.
Hoje é sábado.
Vandaag is het zaterdag.
É sábado, hoje.
Vandaag is het zaterdag.
Você não precisa vir ao trabalho sábado.
Je moet zaterdag niet komen werken.
Amanhã será sábado, 5 de fevereiro de 2011.
Morgen is het zaterdag, 5 februari 2011.
Eu tenho que devolver o livro antes de sábado.
Ik moet de boeken voor zaterdag terugbrengen.