Vertaling van ser
Voorbeelden in zinsverband
É saudável ser maluco.
Het is gezond om gek te zijn.
Não quero ser envenenado.
Ik wil niet vergiftigd worden.
Você quer ser rico?
Wil je rijk zijn?
Ela costumava ser professora.
Ze stond voor de klas.
Suportar pode ser insuportável.
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
Não pode ser verdade.
Dat kan niet waar zijn.
Não pode ser verdade.
Dat kan niet waar zijn.
Quero ser mágico.
Ik wil een tovenaar zijn.
Gostaria de ser Picasso.
Ik zou graag Picasso zijn.
Eu não quero ser bobo, quero ser legal!!
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
Quando crescer, quero ser rei.
Als ik later groot ben, wil ik koning worden.
Isso não pode ser verdade.
Dat kan niet waar zijn.
Não quero mais ser enfermeira.
Ik wil geen verpleegster meer zijn.
Você gostaria de ser famosa?
Zou je graag beroemd willen zijn?
Ele disse: "Quero ser cientista."
Hij zei: "Ik wil wetenschapper worden."