Vertaling van servir-se de

Inhoud:

Portugees
Nederlands
empregar, servir-se de, usar, despender {ww.}
gebruiken 
benutten 
aanwenden 
Posso usar esta bicicleta?
Mag ik deze fiets gebruiken?
Posso usar o seu telefone?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?


Gerelateerd aan servir-se de

empregar - usar - despender