Vertaling van só
Inhoud:
Portugees
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Você está só?
Ben je alleen?
Só apanhamos frutas maduras.
Wij hebben enkel rijp fruit verzameld.
Só estou dizendo.
Ik zeg het alleen maar!
Eu só sei disso.
Ik weet alleen dit.
Tom só toma café.
Tom drinkt alleen koffie.
Só me resta esperar.
Ik kan alleen maar wachten.
A gente só tem chá.
We hebben alleen maar thee.
Tom é só um amador.
Tom is maar een amateur.
Tom se sentiu muito só.
Tom voelde zich erg eenzaam.
Eu gosto de caminhar só.
Ik ga graag alleen te voet.
Não só de pão vive o homem.
Een mens leeft niet van brood alleen.
Esta música se chama "Só Você".
Dit liedje heet "Only You".
Só por cima do meu cadáver!
Over mijn lijk!
Eu só queria checar meu e-mail.
Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.
Só por cima do meu cadáver.
Over m'n lijk!