godshuis
tempel
bedehuis [o]
casa de oração, igreja, templo {zn.} kerk [v]
synagoog
synagoge
moskee
godshuis
tempel [m]
kerkgebouw [o]
bedehuis [o]
A Igreja Católica se opõe ao divórcio.
De Katholieke Kerk is tegen echtscheiding.
Nós ouvimos o sino da igreja todas as manhãs.
We kunnen elke morgen de klok van de kerk horen.