Vertaling van tempo

Inhoud:

Portugees
Nederlands
tempo {zn.}
weer  [o]
weersomstandigheden
weder [o]
Como está o tempo?
Hoe is het weer?
Como está o tempo?
Hoe is het weer?
tempo {zn.}
tijd 
poos
Temos tempo suficiente.
Wij hebben genoeg tijd.
Nós temos muito tempo.
We hebben veel tijd.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Ele ficou muito tempo?

Is hij heel lang gebleven?

Temos tempo suficiente.

Wij hebben genoeg tijd.

Nós temos muito tempo.

We hebben veel tijd.

Demora quanto tempo?

Hoe lang duurt het?

McClellan não perdeu tempo.

McClellan verspilde geen tijd.

Faz muito tempo.

Lang niet gezien.

Preciso de mais tempo.

Ik heb meer tijd nodig.

Quanto tempo você ficou?

Hoelang ben je gebleven?

Como está o tempo?

Hoe is het weer?

Como está o tempo?

Hoe is het weer?

Como o tempo voa.

De tijd vliegt.

Estou sem tempo agora.

Ik heb nu geen tijd.

Vivo aqui há muito tempo.

Ik heb hier lange tijd gewoond.

Hoje está um tempo chuvoso.

Het is regenachtig vandaag.

Queria poder voltar no tempo.

Ik wou dat ik terug in de tijd kon gaan.