Vertaling van ter
vasthouden
bijhouden
Voorbeelden in zinsverband
Devo ter cometido um erro.
Ik zal wel een fout gemaakt hebben.
Você não precisa ter vergonha.
Je hoeft je niet te schamen.
Devíamos ter ficado em casa.
We hadden thuis moeten blijven.
Gostaria de ter um gato.
Ik zou graag een kat hebben.
Você deveria ter me escutado.
Ge hadt naar mij moeten luisteren.
Ele devia ter comprado alguns lápis.
Hij had een paar potloden moeten kopen.
Sinto muito ter te causado tantos problemas.
Het spijt me dat ik je zoveel problemen heb bezorgd.
Não querer é o mesmo que ter.
Niet willen is hetzelfde als hebben.
Ela não pode ter chegado tão cedo.
Ze kan hier zo vroeg niet zijn.
Eu sempre imaginei como seria ter irmãos.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe het zou zijn om broertjes en zusjes te hebben.
Mary e eu pretendemos ter dois filhos.
Mary en ik zijn van plan twee kinderen te krijgen.
Eu não devia ter me deslogado.
Ik had niet moeten uitloggen.
Muito obrigado por ter me convidado.
Heel erg bedankt voor de uitnodiging.
O câncer pode ter cura se for descoberto a tempo.
Kanker kan genezen worden als het bijtijds ontdekt wordt.
Eu me lembro de ter visto este filme.
Ik weet nog dat ik de film gezien heb.