Vertaling van todos
Voorbeelden in zinsverband
Todos riram.
Iedereen lachte.
Um por todos e todos por um.
Eén voor allen, allen voor één.
Todos a amam.
Iedereen houdt van haar.
Todos falam bem dele.
Iedereen spreekt goed over hem.
Onde todos vocês vivem?
Waar wonen jullie allemaal?
Todos têm seu preço.
Iedereen heeft zijn prijs.
Saiam daqui! Todos vocês!
Maak dat je hier wegkomt! Ieder van jullie!
Todos gostam dele.
Hij is door iedereen graag gezien.
Boa noite a todos!
Slaapwel iedereen!
Como todos estão?
Hoe gaat het met iedereen?
Sentirei saudade de todos.
Ik zal u allemaal missen.
Todos têm forças e fraquezas.
Iedereen heeft sterke en zwakke punten.
Todos estão cientes da legislação.
Iedereen kent de wet.
Nem todos os pássaros voam.
Niet alle vogels kunnen vliegen.
Todos os alunos estudam inglês.
Al de studenten studeren Engels.