Vertaling van uso

Inhoud:

Portugees
Nederlands
uso, emprego, usança {zn.}
gebruik [o]
aanwending [v]
É esse o dicionário que eu uso todo dia.
Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.
utilidade, uso, funcionalidade {zn.}
geschiktheid [v]
bruikbaarheid [v]
costume, uso {zn.}
gebruik [o]
zede
É nosso costume tirar os sapatos antes de entrar na casa.
Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan.
emprego, uso, usança {zn.}
gebruik [o]
genot 


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Eu uso lentes de contato.

Ik draag contactlenzen.

É esse o dicionário que eu uso todo dia.

Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.


Gerelateerd aan uso

emprego - usança - utilidade - funcionalidade - costume