Vertaling van verão

Inhoud:

Portugees
Nederlands
verão {zn.}
zomer 
zomertijd
O verão acabou.
De zomer is voorbij.
O verão acabou.
De zomer is voorbij.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

O verão acabou.

De zomer is voorbij.

O verão acabou.

De zomer is voorbij.

As férias de verão acabaram.

De zomervakantie is voorbij.

Este é meu chapéu no verão.

Dit is mijn zomerhoed.

Verão que vem quero ir ao Havaí.

Volgende zomer wil ik naar Hawaï.

Estou ancioso pelas férias de verão.

Ik kijk uit naar de zomervakantie.

Aonde você quer ir nesse verão?

Waar wil je van de zomer heen gaan?

Aqui é quente mesmo no verão.

Het is hier erg warm in de zomer.

Quero saber o que você fez este verão.

Ik wil weten wat je deze zomer gedaan hebt.

Eu trabalhei numa agência de correios durante as férias de verão.

In de zomervakantie heb ik op een postkantoor gewerkt.