Vertaling van viajar
Inhoud:
Portugees
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Quero viajar fora.
Ik wil naar het buitenland.
Eu gosto de viajar de trem.
Ik vind het leuk om met de trein te reizen.
Eu não sou muito de viajar.
Ik ben geen echte reiziger.
Eu gostaria de vê-lo antes de viajar para a Europa.
Ik zou u graag zien voor ik naar Europa vertrek.