Vertaling van vila
Inhoud:
Portugees
Nederlands
aldeia, arrabalde, burgo, castelo, vila {zn.}
kasteel
burcht
burcht
Meu lar é meu castelo.
Mijn thuis is mijn kasteel.
Agora estou em um castelo velho.
Ik ben nu in een oud kasteel
lugarejo, vila {zn.}
gehucht
vlek
buurtschap
vlek
buurtschap
Voorbeelden in zinsverband
Portugees
Nederlands
Uma vez havia um fazendeiro pobre na vila.
Er was eens een arme boer in het dorp.
No último ano, eu voltei para casa e fiquei surpreso ao encontrar tanto a vila quanto as pessoas totalmente diferentes.
Vorig jaar kwam ik terug thuis en was ik verrast, dat het dorp en de mensen helemaal veranderd waren.