Vertaling van visita

Inhoud:

Portugees
Nederlands
visita {zn.}
bezoek  [o]
visite
Voltei. Oh, temos visita?
Ik ben er weer! O, hebben we bezoek?
Fiquei feliz com a visita inesperada dela.
Ik was blij met haar onverwacht bezoek.
freguês, hóspede, visita {zn.}
gast  [m]
logé [m]
introducé [m]
Você é nossa hóspede da semana.
Je bent onze gast van de week.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Voltei. Oh, temos visita?

Ik ben er weer! O, hebben we bezoek?

Fiquei feliz com a visita inesperada dela.

Ik was blij met haar onverwacht bezoek.


Gerelateerd aan visita

freguês - hóspede