Vertaling van vivenda

Inhoud:

Portugees
Nederlands
casa, habitação, vivenda {zn.}
huis  [o]
familie  [v]
pand [o]
geslacht  [o]
Quero ir para casa.
Ik wil naar huis.
Aquela casa é grande.
Dat huis is groot.


Gerelateerd aan vivenda

casa - habitação