Vertaling van vivo

Inhoud:

Portugees
Nederlands
vivo, animado {bn.}
levend
levendig
acalorado, calmoso, quente, vivo {bn.}
warm 
ágil, alerta, animado, bem disposto, vivo, vigoroso, expedito {bn.}
druk
levendig
kras
kwiek
opgewekt
rap
tierig
vief
wakker 


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Eu vivo em Canton.

Ik woon in Kanton.

Ele ainda está vivo?

Leeft hij nog?

Eu vivo num apartamento.

Ik woon in een appartement.

Vivo em Tóquio.

Ik woon in Tokio.

Manterei o peixe vivo.

Ik zal de vissen in leven houden.

Eu vivo aqui.

Ik woon hier.

Vivo aqui há muito tempo.

Ik heb hier lange tijd gewoond.

Não sei se está vivo ou morto.

Ik weet niet of hij dood of levend is.

Eu vivo e trabalho no México.

Ik woon en werk in Mexico.

Vivo ou extinto, eu sempre te amarei.

Levend of dood, ik zal altijd van je blijven houden.

Por alguma razão, me sinto mais vivo a noite.

Om de één of andere reden ben ik 's nachts levendiger.

O gato estava brincando com um rato vivo.

De kat was aan het spelen met een levende muis.


Gerelateerd aan vivo

animado - acalorado - calmoso - quente - ágil - alerta - bem disposto - vigoroso - expedito