Vertaling van hemma
Inhoud:
Zweeds
Nederlands
hemma, inne {bw.}
thuis
Voorbeelden in zinsverband
Zweeds
Nederlands
Är din mor hemma?
Is je moeder thuis?
Är din mor hemma?
Is je moeder thuis?
Jag var hemma.
Ik was thuis.
Är din mor hemma?
Is je moeder thuis?
Är din mor hemma?
Is je moeder thuis?
Jag var hemma.
Ik was thuis.