Vertaling van i går
Inhoud:
Zweeds
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Zweeds
Nederlands
I går var det torsdag.
Gisteren was het donderdag.
Vad gjorde du i går kväll?
Wat heb je afgelopen nacht gedaan?
Du kom inte till skolan i går.
Je kwam gisteren niet naar school.